Actuele Borstvoeding Statistieken
Wereldwijd wordt ongeveer 40% van de zuigelingen jonger dan zes maanden exclusief borstvoeding gegeven. Bron: Wereldgezondheidsorganisatie (WHO),
Dit statistisch gegeven betekent dat, volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), wereldwijd ongeveer 40% van de zuigelingen die jonger zijn dan zes maanden exclusief borstvoeding krijgen. Dit wil zeggen dat deze baby’s niets anders dan borstvoeding krijgen: geen ander voedsel, geen water, thee, vruchtensap of andere vloeistoffen. Dit percentage presenteert dus het aandeel van zuigelingen wiens enige voedingsbron borstvoeding is tijdens hun eerste levensmaanden. Houd er rekening mee dat dit een globaal gemiddelde voorstelt en dat het percentage in sommige landen hoger of lager kan zijn omwille van diverse factoren zoals cultuur, gezondheidszorgpraktijken, arbeidsomstandigheden van moeders en dergelijke.
In Nederland krijgt ongeveer 80% van de moeders direct na de geboorte borstvoeding, maar na een half jaar is dit percentage gedaald tot ongeveer 39%. Bron: CBS – Statline,
Deze statistiek laat zien dat borstvoeding onder moeders in Nederland relatief gebruikelijk is direct na de geboorte. Uit de gegevens van het CBS blijkt dat ongeveer 80% van de nieuwe moeders ervoor kiest om hun baby borstvoeding te geven. Echter, na ongeveer zes maanden halveert dit percentage, waarbij slechts ongeveer 39% van de moeders nog steeds borstvoeding geeft. Dit kan te wijten zijn aan een verscheidenheid aan factoren, zoals de noodzaak voor de moeder om weer aan het werk te gaan, ofwel moeilijkheden met het proces van borstvoeding zelf. Het is belangrijk voor u om te begrijpen dat deze cijfers gemiddelden zijn, wat betekent dat de daadwerkelijke ervaringen van individuele moeders enorm kunnen variëren.
Borstvoeding vermindert het risico op borstkanker bij de moeder. Vrouwen die borstvoeding hebben gegeven, hebben 4% tot 12% minder kans op borstkanker. Bron: Borstkankervereniging Nederland,
De statistiek van de Borstkankervereniging Nederland geeft aan dat er een significant verband is tussen borstvoeding en het verminderen van het risico op borstkanker bij de moeder. Als u borstvoeding heeft gegeven, heeft u 4 tot 12 procent minder kans om borstkanker te krijgen. Dit betekent dat uw risico om deze ziekte te ontwikkelen lager is dan dat van vrouwen die geen borstvoeding hebben gegeven. Het exacte risicopercentage kan variëren en is afhankelijk van diverse factoren, maar de algemene neiging duidt op een beschermend effect van borstvoeding. Het is belangrijk om te onthouden dat borstvoeding geven slechts een van de vele factoren is die het risico op borstkanker kunnen beïnvloeden. Voor een volledig beeld van uw persoonlijke risico, is het raadzaam om een medische professional te raadplegen.
Ongeveer 15% van de moeders in Nederland die beginnen met borstvoeding stoppen binnen 1 maand. Bron: TNO,
Deze statistiek van TNO laat zien dat ongeveer 15% van de moeders in Nederland die beginnen met borstvoeding daar binnen een maand na de geboorte mee stoppen. Dit kan verschillende redenen hebben. Misschien ervaren ze problemen met het aanleggen van de baby, hebben ze pijn bij het voeden of kunnen ze het gevoel hebben niet genoeg melk te produceren. Het kan ook zijn dat ze weer aan het werk moeten en moeite hebben met het combineren van borstvoeding en werk. Dit percentage benadrukt het belang van begeleiding en ondersteuning voor moeders die borstvoeding geven, of ze nu problemen ervaren of niet, om hen te helpen over alle mogelijke hindernissen heen te komen.
Referenties
0. – https://www.tno.nl
1. – https://www.who.int
2. – https://opendata.cbs.nl
3. – https://borstkanker.nl
Originally posted 2023-11-14 12:11:56.