a) Onze redacteuren zijn onafhankelijk van de fabrikanten van de aanbevolen producten. We publiceren wel links naar verschillende webshops waar we mee samenwerken. Lees meer. b) Wij gebruiken cookies om het bezoekersgedrag op deze website te analyseren. Door verder te surfen op deze site geef je toestemming voor het gebruik ervan. Privacybeleid.

Genderloonkloof Statistiek: Actueel overzicht [Met nieuwe gegevens]

In deze blogpost krijgt u een actueel overzicht van de meest recente statistieken over de genderloonkloof, met nieuwe gegevens die een gedetailleerd inzicht geven in de huidige stand van zaken in loonverschillen tussen mannen en vrouwen.

  • Uit gegevens van het CBS blijkt dat er in 2020 nog steeds een genderloonkloof van 14% bestond,
  • Volgens Eurostat was het onverklaarde deel van de loonkloof in Nederland in 2018 4,9%.
  • Onderzoek van het CBS wijst uit dat vrouwen in leidinggevende functies in 2018 gemiddeld 7% minder verdienden dan mannen.
  • Uit gegevens van het WEF blijkt dat Nederland op de 38ste plaats staat op de wereldranglijst wat betreft de genderloonkloof.
  • De genderloonkloof is ook zichtbaar in secundaire arbeidsvoorwaarden: mannen hebben in vergelijking met vrouwen vaker een auto van de zaak.
  • De genderloonkloof blijkt groter te zijn in de particuliere sector (19%) dan in de publieke sector (8%).
  • Ook in deeltijdwerk is er een loonverschil: vrouwen verdienden in 2018 per uur gemiddeld 7% minder dan mannen.
  • Uit de Arbeidsmonitor van 2018 blijkt dat vrouwen in het onderwijs op elke functieniveau minder verdienen dan mannen.

Actuele Genderloonkloof Statistiek

Uit gegevens van het CBS blijkt dat er in 2020 nog steeds een genderloonkloof van 14% bestond,

Op basis van de informatie die het CBS ons geeft, kunnen we constateren dat er in 2020 nog altijd een genderloonkloof aanwezig was van 14%. Wat betekent dit precies? De genderloonkloof verwijst naar het verschil in gemiddelde beloning tussen mannen en vrouwen. In dit geval houdt dit in dat vrouwen in 2020 gemiddeld 14% minder verdienden dan mannen. Dit betekent niet direct dat vrouwen minder betaald krijgen voor hetzelfde werk. Het kan ook te maken hebben met factoren zoals de beroepskeuze, werkervaring, opleidingsniveau, of het feit dat vrouwen vaker deeltijd werken. De genderloonkloof is een complex probleem met veel verschillende variabelen en er bestaan uiteenlopende ideeën over hoe deze kloof het best gedicht kan worden.

Volgens Eurostat was het onverklaarde deel van de loonkloof in Nederland in 2018 4,9%.

Volgens Eurostat-gegevens was het onverklaarde deel van de loonkloof in Nederland in 2018 4,9%. Dit betekent dat, na het nemen van factoren zoals verschillen in opleiding, werkervaring, en branche in overweging, er nog steeds een verschil van 4,9% was in salaris tussen mannen en vrouwen dat niet toegeschreven kan worden aan meetbare criteria. Daarbij gaat het dus om een onverklaarbaar gedeelte m.b.t het verschil in loon. Het is een belangrijk percentage om bij te houden, omdat het ons een indicatie geeft van het deel van de loonkloof dat wellicht voortkomt uit discriminatie of andere ongerechtvaardigde factoren. Echter, het is belangrijk om te onthouden dat dit getal niet definitief bewijst dat deze ongelijkheid voortkomt uit dergelijke factoren, het suggereert slechts dat er mogelijk andere, ongeïdentificeerde factoren kunnen zijn die bijdragen aan deze kloof. Als zodanig maakt dit deel van de salariskloof deel uit van de brede discussie over genderongelijkheid op de arbeidsmarkt.

Onderzoek van het CBS wijst uit dat vrouwen in leidinggevende functies in 2018 gemiddeld 7% minder verdienden dan mannen.

Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) heeft een onderzoek uitgevoerd dat aantoont dat er in 2018 een loonverschil bestond tussen mannen en vrouwen in leidinggevende functies. Volgens dit onderzoek verdienden vrouwen in deze posities gemiddeld 7% minder dan hun mannelijke collega’s. Dit betekent dat als we naar de salarissen van mannen en vrouwen in leidinggevende functies kijken, we constateren dat vrouwen, ongeacht hun prestaties of het aantal uren dat ze werken, minder worden betaald. Dus, voor elke euro die een mannelijke leidinggevende verdient, verdient een vrouwelijke collega in een vergelijkbare functie gemiddeld slechts 93 cent. Het is belangrijk voor u om te begrijpen dat dit soort loonkloof wijst op aanhoudende genderongelijkheid op de arbeidsmarkt.

Uit gegevens van het WEF blijkt dat Nederland op de 38ste plaats staat op de wereldranglijst wat betreft de genderloonkloof.

Uit gegevens van het Wereld Economisch Forum (WEF) blijkt dat Nederland zich op de 38ste plaats bevindt op de wereldranglijst wat betreft de genderloonkloof. Dit betekent dat er in ons land een merkbaar verschil is tussen wat mannen en vrouwen gemiddeld verdienen voor hetzelfde werk. Een hogere plaats op de ranglijst, zoals nummer 1, zou aangeven dat er geen of een zeer minimale genderloonkloof is. Op nummer 38 staan betekent dat we vooruitgang hebben geboekt, maar er nog steeds duidelijk werk aan de winkel is om de kloof verder te dichten. Deze rangschikking is gebaseerd op gelijkheid van inkomens, toegang tot onderwijs, gezondheidszorg en economische participatie. Gelijke beloning voor gelijkwaardig werk is een belangrijke indicator voor de algemene gendergelijkheid binnen een samenleving.

De genderloonkloof is ook zichtbaar in secundaire arbeidsvoorwaarden: mannen hebben in vergelijking met vrouwen vaker een auto van de zaak.

De statistiek die u hier ziet, verwijst naar het bestaan van een loonkloof tussen de geslachten, niet alleen in directe loonbetalingen, maar ook in secundaire arbeidsvoorwaarden, zoals een bedrijfsauto. Dit betekent concreet dat mannen in vergelijking met vrouwen vaker profiteren van dit soort voordelen. Met andere woorden, mannen krijgen vaker een auto van de zaak dan vrouwen, wat op zijn beurt bijdraagt aan de algemene loonkloof tussen mannen en vrouwen. Dit is een indicatie dat de genderloonkloof niet alleen een kwestie is van directe vergoeding, maar ook van secundaire arbeidsvoorwaarden. Het laat dus zien dat ook deze extra voordelen onevenwichtig worden verdeeld tussen mannen en vrouwen in de arbeidsmarkt.

De genderloonkloof blijkt groter te zijn in de particuliere sector (19%) dan in de publieke sector (8%).

De statistiek die u ziet, gaat over de genderloonkloof in zowel de particuliere sector als de publieke sector. De genderloonkloof is het verschil in het gemiddelde bruto-uurloon tussen mannen en vrouwen. Volgens de gegevens is deze kloof in de particuliere sector 19%, wat betekent dat vrouwen gemiddeld 19% minder verdienen dan hun mannelijke collega’s. In de publieke sector is dit verschil kleiner, waarbij vrouwen gemiddeld 8% minder verdienen dan mannen. Dit suggereert dat ongelijkheid in beloning op basis van geslacht aanzienlijk groter is in de particuliere sector dan in de publieke sector. Natuurlijk zijn er veel factoren die kunnen bijdragen aan deze kloof, zoals werksituatie, onderwijsniveau, werkervaring, gezinsverantwoordelijkheden enzovoort. Als u zich echter bewust bent van deze ongelijkheden, kunt u bijdragen aan het oplossen ervan.

Ook in deeltijdwerk is er een loonverschil: vrouwen verdienden in 2018 per uur gemiddeld 7% minder dan mannen.

De statistiek die u net heeft gelezen, belicht het loonverschil tussen mannen en vrouwen, zelfs bij deeltijdwerk. In 2018 verdienden vrouwen per uur gemiddeld 7% minder dan mannen. Dit betekent dat als een man bijvoorbeeld 10 euro per uur zou verdienen, een vrouw gemiddeld 7% minder, dus slechts 9,30 euro zou verdienen voor hetzelfde werk en dezelfde uren. Het illustreert een voortdurende ongelijkheid op de arbeidsmarkt, waarbij vrouwen minder betaald krijgen dan mannen. Hoewel dit loonverschil kleiner is dan in vorige decennia, blijft het een dringend probleem dat aandacht vereist voor beleid dat gericht is op het bereiken van gendergelijkheid op de werkplek.

Uit de Arbeidsmonitor van 2018 blijkt dat vrouwen in het onderwijs op elke functieniveau minder verdienen dan mannen.

Uit de Arbeidsmonitor van 2018 blijkt dat er ongelijkheid bestaat in de betaling van mannen en vrouwen in het onderwijs, onafhankelijk van het functieniveau. Dit betekent dat vrouwen gemiddeld minder betaald krijgen dan mannen, zelfs als ze dezelfde functie bekleden. Dit houdt in dat een vrouwelijke leerkracht, directeur of docent minder verdient dan haar mannelijke tegenhanger. Dit kan worden veroorzaakt door een reeks factoren, waaronder mogelijke discriminatie, onderhandelingstactieken bij het bepalen van salarissen en historische trends. Het is belangrijk dat men bewust is van deze ongelijkheden en stappen onderneemt om het loonverschil tussen mannen en vrouwen in het onderwijs aan te pakken.

Referenties

0. – https://www.vo-raad.nl

1. – https://www.cbs.nl

2. – https://ec.europa.eu

3. – https://reports.weforum.org

Inhoudsopgave