Actuele Genderongelijkheid Statistiek
In 2020 ontvingen vrouwen in de EU gemiddeld 14,1% minder per uur dan mannen, volgens Eurostat.
De statistiek die u net heeft gelezen, komt van Eurostat, de statistiekdienst van de Europese Unie. Het houdt in dat er in 2020 gemiddeld een verschil van 14,1% was tussen wat vrouwen en mannen verdienden per gewerkt uur in de EU. Dit verschil, ook wel bekend als loonkloof tussen geslachten, betekent dat als een man bijvoorbeeld 10 euro per uur verdiende, een vrouw voor hetzelfde werk en onder vergelijkbare omstandigheden gemiddeld slechts 8,59 euro kreeg. Deze statistiek toont een algeheel gemiddelde en de werkelijke loonkloof kan variëren tussen verschillende landen binnen de EU, verschillende industrieën en andere omstandigheden. Het is belangrijk om op te merken dat er tal van factoren zijn die bijdragen aan deze loonkloof, waaronder discriminatie, ongelijkheden in zorgverantwoordelijkheden en verschillen in deelname aan deeltijdwerk.
Slechts 37% van de ondernemers wereldwijd zijn vrouwen, volgens de International Labour Organization.
De statistiek van de Internationale Arbeidsorganisatie toont aan dat slechts 37% van de ondernemers wereldwijd vrouwen zijn. Zoals u ziet, is er een significant verschil in geslachtsverdeling als het gaat om het oprichten en runnen van bedrijven. Dit kan te maken hebben met een reeks factoren, zoals culturele normen, toegang tot financiering en (on)gelijke kansen op onderwijs en training. Desondanks reflecteert dit cijfer niet het volledige potentieel van vrouwen in de zakelijke wereld. Hoewel de verdeling onevenwichtig is, tonen statistieken ook aan dat bedrijven met een vrouw aan het roer vaak succesvoller zijn. Dus hoewel er een verschil is, heeft het vrouwelijk ondernemerschap een enorm potentieel voor positieve verandering en groei in de wereldwijde economie.
Er zijn slechts 20 vrouwelijke staatshoofden wereldwijd (vanaf januari 2021) volgens de UN Women data.
Uit de gegevens van UN Women blijkt dat er vanaf januari 2021 slechts 20 vrouwelijke staatshoofden wereldwijd zijn. Dit betekent dat er maar 20 landen een vrouw hebben als staatshoofd (zoals een president, koningin of premier), terwijl er vele malen meer landen op de wereld zijn. Dit getal toont aan dat vrouwen nog steeds ondervertegenwoordigd zijn in de hoogste politieke posities. Het illustreert de genderongelijkheid op dit niveau en het werk dat nog moet worden gedaan om deze onevenwichtigheden te verminderen. U, als lezer, wordt aangemoedigd om te reflecteren over deze situatie en hoe dit de dynamiek van wereldwijde leiderschap en macht beïnvloedt.
In 18 landen kunnen echtgenoten wettelijk hun vrouwen verbieden te werken, volgens de Wereldbank.
De statistiek van de Wereldbank die stelt dat in 18 landen echtgenoten wettelijk hun vrouwen kunnen verbieden om te werken, houdt in dat er nog steeds landen bestaan waarin de wettelijke rechten van vrouwen beperkt zijn, en in dit geval, bepaald worden door hun echtgenoten. Deze wetten maken het voor echtgenoten mogelijk om invloed uit te oefenen op de beroepsmogelijkheden van hun vrouwen, wat betekent dat deze vrouwen mogelijk niet de kans krijgen om bij te dragen aan de economie van hun land, of hun potentieel als individu volledig te benutten. U zou dit kunnen zien als een vorm van geslachtsdiscriminatie en het ontzeggen van persoonlijke vrijheid, wat in strijd is met de mensenrechten.
Wereldwijd hebben minder vrouwen (79,7%) dan mannen (91,9%) toegang tot financiële diensten, volgens de Global Findex Database.
Uit de statistieken van de Global Findex Database blijkt een aanzienlijke ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in toegang tot financiële diensten op wereldvlak. Zo heeft bijna 92% van de mannen wereldwijd toegang tot financiële diensten, terwijl dit percentage bij vrouwen aanzienlijk lager is, namelijk bijna 80%. Dit suggereert dat wereldwijd een op vijf vrouwen geen toegang heeft tot financiële diensten, wat hen kan hinderen in het realiseren van economische mogelijkheden en onafhankelijkheid. Dit cijfer onderstreept het belang van initiatieven die gendergelijkheid promoten in de financiële sector.
Wereldwijd besteden vrouwen meer dan twee keer zoveel tijd aan onbetaald huishoudelijk werk als mannen, volgens het rapport van de Verenigde Naties.
Uit een rapport van de Verenigde Naties blijkt dat vrouwen wereldwijd meer dan twee keer zoveel tijd besteden aan onbetaald huishoudelijk werk als mannen. Dit betekent dat de hoeveelheid tijd die vrouwen besteden aan taken zoals schoonmaken, koken, zorgen voor kinderen en andere huishoudelijke taken, meer dan twee keer zo veel is als de tijd die mannen hieraan besteden. Hoewel deze taken vaak worden gezien als persoonlijke verantwoordelijkheden, bevatten ze in feite essentiële werkzaamheden die nodig zijn voor het functioneren van huishoudens en samenlevingen. Echter wordt dit werk niet erkend en beloond als formeel werk. De ongelijke verdeling van dit onbetaalde werk tussen mannen en vrouwen is een wereldwijd fenomeen en is een indicatie van genderongelijkheid.
Wereldwijd voltooien meisjes hun middelbare school minder vaak dan jongens. In Sub-Sahara Afrika bijvoorbeeld, is het slagingspercentage voor meisjes slechts 40%, volgens Unicef data.
De vermeldde statistiek verwijst naar de wereldwijde onderwijskloof tussen meisjes en jongens. U hoort vaak dat onderwijs universeel toegankelijk is, maar de realiteit is complexer. Hoewel er op veel plaatsen vooruitgang is geboekt, blijven er in sommige delen van de wereld, zoals Sub-Sahara Afrika, aanzienlijke verschillen bestaan. Volgens gegevens van UNICEF is het slagingspercentage voor meisjes in de middelbare school in deze regio slechts 40%. Dit betekent dat minder dan de helft van de meisjes die aan het middelbaar onderwijs beginnen, dit daadwerkelijk afronden. Hieruit kunnen we opmaken dat meisjes in deze regio geconfronteerd worden met veel uitdagingen die hun opleiding in gevaar brengen. Het kan te maken hebben met culturele normen die hun toegang tot onderwijs beperken, of met economische omstandigheden waarin ze overleven belangrijker vinden dan scholing. Deze statistiek is een belangrijk aandachtspunt omdat het een belangrijke ongelijkheid aantoont die moet worden aangepakt.
Van 2016 tot 2020 daalde het aantal landen dat al hun wetten heeft aangepast aan de internationale normen voor gendergelijkheid van 189 naar 131, volgens de Wereldbank.
Dit betekent dat er van 2016 tot 2020 een daling heeft plaatsgevonden in het aantal landen dat hun beleid en wettelijke kaders volledig heeft afgestemd op internationale normen omtrent gendergelijkheid. In 2016 waren er 189 landen die volgens de door de Wereldbank vastgestelde criteria volledig voldeden aan deze normen. In 2020 was dit aantal echter gedaald naar 131 landen. Dit kan wijzen op het feit dat bepaalde landen misschien hun wetten hebben gewijzigd of bepaalde internationale normen niet hebben nageleefd die op gendergelijkheid gericht zijn. Het kan ook zijn dat de internationale normen zijn veranderd en strenger zijn geworden waardoor minder landen hieraan voldoen. Dit betekent niet noodzakelijkerwijs dat gendergelijkheid over de hele wereld is afgenomen, maar het benadrukt wel dat er ruimte voor verbetering is in veel landen. Zoals u kunt zien, zijn statistieken van deze aard er om ons inzicht te geven in wereldwijde trends en potentiële zorgpunten op het gebied van gendergelijkheid.
Wereldwijd zijn er 122 vrouwen tussen de 25 en 34 jaar oud die in extreme armoede leven, voor elke 100 mannen van dezelfde leeftijd, volgens de Verenigde Naties.
Deze statistiek, afkomstig van de Verenigde Naties, toont de verhouding van vrouwen tot mannen tussen de 25 en 34 jaar oud die in extreme armoede leven. Over de hele wereld leven er 122 vrouwen in deze leeftijdscategorie in extreme armoede voor elke 100 mannen in dezelfde leeftijdscategorie. Dit betekent dat voor elke 100 mannen die in extreme armoede leven, er 22 meer vrouwen in dezelfde omstandigheden leven. U moet er ook rekening mee houden dat ‘extreme armoede’ wordt gedefinieerd als het leven van minder dan $1,90 per dag. Dit illustreert dus een globale genderongelijkheid op het gebied van armoede. Het laat zien dat vrouwen in deze leeftijdsgroep een grotere kans hebben om in extreme armoede te leven dan mannen van dezelfde leeftijd.
Referenties
0. – https://www.ilo.org
1. – https://www.worldbank.org
2. – https://ec.europa.eu
3. – https://data.unwomen.org
4. – https://data.unicef.org
5. – https://globalfindex.worldbank.org
6. – https://www.un.org