a) Onze redacteuren zijn onafhankelijk van de fabrikanten van de aanbevolen producten. We publiceren wel links naar verschillende webshops waar we mee samenwerken. Lees meer. b) Wij gebruiken cookies om het bezoekersgedrag op deze website te analyseren. Door verder te surfen op deze site geef je toestemming voor het gebruik ervan. Privacybeleid.

Paniekaanval Statistieken: Actueel overzicht [Met nieuwe gegevens]

In deze blogpost kunt u gedetailleerde en bijgewerkte statistieken verwachten over paniekaanvallen, inzicht in recente trends en gedegen analyses die u kunnen helpen beter te begrijpen hoe deze aandoening mensen wereldwijd beïnvloedt.

  • 1. Ongeveer 2-3% van de Nederlandse bevolking heeft te maken met paniekstoornissen.
    2. Paniekstoornissen komen vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.
    3. De prevalentie van paniekstoornissen bij jongvolwassenen (18-34 jaar) is hoger dan bij oudere volwassenen.
    4. Ongeveer de helft van de mensen met een paniekstoornis krijgt hun eerste paniekaanvallen voor de leeftijd van 24 jaar.
    5. Niet iedereen die paniekaanvallen heeft, heeft een paniekstoornis. Om gediagnosticeerd te worden met een paniekstoornis, moet het individu aan diverse criteria voldoen.
    6. Ongeveer 20% van de mensen met een angststoornis, waarvan de paniekstoornis er één is, heeft ook een co-morbide depressieve stoornis.
    7. Paniekstoornissen kunnen gecompliceerd worden door het gebruik van alcohol of andere middelen.
    8. Ongeveer 60% van de mensen met een paniekstoornis heeft enig moment in hun leven te maken gehad met agorafobie (angst voor open ruimtes).
    9. De meeste mensen met een paniekstoornis hebben ook last van “anticiperende angst”, de angst voor een toekomstige paniekaanval.
    10. Ongeveer 1 op de 3 mensen met een paniekstoornis maakt een ernstige paniekaanval door in het komende jaar.
    11. De prevalentie van paniekstoornissen piekt rond de middelbare leeftijd en neemt daarna af.
    12. Erfelijkheid speelt een rol bij paniekstoornissen. Als iemand in uw directe familie een paniekstoornis heeft, is de kans groter dat u er ook één krijgt.
    13. Paniekstoornissen kunnen vaak jarenlang onbehandeld blijven, ondanks het feit dat ze zeer behandelbaar zijn.
    14. Cognitieve gedragstherapie wordt beschouwd als de meest effectieve behandeling voor paniekstoornissen.
    15. Ook medicatie kan effectief zijn in het beheersen van paniekaanvallen, maar deze moet vaak op lange termijn worden ingenomen om effectief te zijn.

Actuele Paniekaanval Statistieken


1. Ongeveer 2-3% van de Nederlandse bevolking heeft te maken met paniekstoornissen.
2. Paniekstoornissen komen vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.
3. De prevalentie van paniekstoornissen bij jongvolwassenen (18-34 jaar) is hoger dan bij oudere volwassenen.
4. Ongeveer de helft van de mensen met een paniekstoornis krijgt hun eerste paniekaanvallen voor de leeftijd van 24 jaar.
5. Niet iedereen die paniekaanvallen heeft, heeft een paniekstoornis. Om gediagnosticeerd te worden met een paniekstoornis, moet het individu aan diverse criteria voldoen.
6. Ongeveer 20% van de mensen met een angststoornis, waarvan de paniekstoornis er één is, heeft ook een co-morbide depressieve stoornis.
7. Paniekstoornissen kunnen gecompliceerd worden door het gebruik van alcohol of andere middelen.
8. Ongeveer 60% van de mensen met een paniekstoornis heeft enig moment in hun leven te maken gehad met agorafobie (angst voor open ruimtes).
9. De meeste mensen met een paniekstoornis hebben ook last van “anticiperende angst”, de angst voor een toekomstige paniekaanval.
10. Ongeveer 1 op de 3 mensen met een paniekstoornis maakt een ernstige paniekaanval door in het komende jaar.
11. De prevalentie van paniekstoornissen piekt rond de middelbare leeftijd en neemt daarna af.
12. Erfelijkheid speelt een rol bij paniekstoornissen. Als iemand in uw directe familie een paniekstoornis heeft, is de kans groter dat u er ook één krijgt.
13. Paniekstoornissen kunnen vaak jarenlang onbehandeld blijven, ondanks het feit dat ze zeer behandelbaar zijn.
14. Cognitieve gedragstherapie wordt beschouwd als de meest effectieve behandeling voor paniekstoornissen.
15. Ook medicatie kan effectief zijn in het beheersen van paniekaanvallen, maar deze moet vaak op lange termijn worden ingenomen om effectief te zijn.

Paniekstoornissen komen voor bij ongeveer 2-3% van de Nederlandse bevolking en treffen vaker vrouwen dan mannen. U moet ook weten dat de prevalentie van deze aandoening hoger is bij jongvolwassenen (18-34 jaar) dan bij oudere volwassenen en dat ongeveer de helft van de mensen hun eerste paniekaanval vóór de leeftijd van 24 jaar ervaart. Het is belangrijk op te merken dat niet iedereen die paniekaanvallen heeft, een paniekstoornis heeft. Er zijn verschillende criteria waaraan moet worden voldaan voor een diagnose. Verder heeft ongeveer 20% van de mensen met een angststoornis, waaronder paniekstoornis, ook een gelijktijdige depressieve stoornis. Alcohol- of drugsmisbruik kan de paniekstoornis compliceren. Bovendien heeft ongeveer 60% van de mensen met een paniekstoornis ooit te maken gehad met agorafobie, de angst voor open ruimtes. De meeste mensen met een paniekstoornis ervaren “anticiperende angst”, de angst voor toekomstige paniekaanvallen. Binnen het komende jaar zal ongeveer 1 op de 3 mensen met een paniekstoornis een ernstige paniekaanval doormaken. Hoewel de prevalentie van de stoornis rond middelbare leeftijd piekt en daarna afneemt, moet u weten dat erfelijkheid een rol speelt en als iemand in uw familie een paniekstoornis heeft, uw risico toeneemt. Helaas kunnen paniekstoornissen vaak jarenlang onbehandeld blijven, ondanks dat ze zeer behandelbaar zijn. Cognitieve gedragstherapie wordt gezien als de meest effectieve behandeling en medicatie kan ook effectief zijn bij het beheersen van paniekaanvallen, maar moet vaak langdurig worden ingenomen om effectief te zijn.

Referenties

0. – https://www.gezondheidsplein.nl

Inhoudsopgave