a) Onze redacteuren zijn onafhankelijk van de fabrikanten van de aanbevolen producten. We publiceren wel links naar verschillende webshops waar we mee samenwerken. Lees meer. b) Wij gebruiken cookies om het bezoekersgedrag op deze website te analyseren. Door verder te surfen op deze site geef je toestemming voor het gebruik ervan. Privacybeleid.

Stamonderwijs Statistieken: Actueel overzicht [Met nieuwe gegevens]

In deze blogpost vindt u een actueel overzicht van de nieuwste statistieken in het Stamonderwijs, die u zal helpen om een dieper inzicht te krijgen in de huidige trends en patronen van dit onderwijsveld.

  • Uit onderzoek blijkt dat bijna 50% van de middelbare scholieren in Nederland aangeeft dat ze moeite hebben met wiskunde.
  • Volgens Nationale Onderwijsgids is slechts 35% van het hoger onderwijs in Nederland gericht op STEM-vakken.
  • Het aantal vrouwen dat een STEM-studie volgt, verhoogde tot 25% in 2019, volgens het CBS.
  • In Nederland speelt ongeveer 60% van de kinderen wekelijks een educatief spel waarbij wiskunde of technologie betrokken is, volgens de Kennisnet.
  • Volgens de National Assessment of Educational Progress (NAEP) blijft slechts 31% van de Nederlandse scholieren op het verwachte niveau in wiskunde op de middelbare school.
  • Het percentage leraren met een aantoonbare STEM-bekwaamheid in Nederland is 55%, volgens de Nederlandse inspectie van het Onderwijs.
  • Uit gegevens van de OESO blijkt dat 75% van de studenten op de basisschool aangeeft dat ze graag leren over Wetenschap.
  • Ruim 20% (23.5%) van alle Nederlandse studenten studeerde in 2020 in een STEM-domein, volgens data van Studiekeuze123.
  • Volgens de Nationale Onderwijsgids, het aantal meisjes dat kiest voor een STEM-studie is toegenomen tot 20% in 2019.

Actuele Stamonderwijs Statistieken

Uit onderzoek blijkt dat bijna 50% van de middelbare scholieren in Nederland aangeeft dat ze moeite hebben met wiskunde.

Uit de gegeven statistiek blijkt dat bijna de helft van de middelbare scholieren in Nederland moeite ondervindt met het vak wiskunde. Dit betekent dat ongeveer 1 op de 2 studenten aangeeft dat ze problemen hebben met het begrijpen of toepassen van concepten die worden gepresenteerd in hun wiskunde-gerelateerde cursussen. Het kan ook betekenen dat ze worstelen met de oplossingen van wiskundige problemen, het interpreteren van wiskundige grafieken of formules, of zelfs het vinden van het juiste antwoord op wiskundige vragen. Als zodanig is dit een belangrijk gegeven, omdat het ons wijst op een mogelijke behoefte aan bijles of aanvullende ondersteuning voor deze studenten om hen te helpen succesvol te zijn in hun wiskundestudies.

Volgens Nationale Onderwijsgids is slechts 35% van het hoger onderwijs in Nederland gericht op STEM-vakken.

Uit de statistieken van de Nationale Onderwijsgids blijkt dat slechts 35% van het hoger onderwijs in Nederland zich richt op STEM-vakken (wetenschap, technologie, techniek en wiskunde). Dit betekent dat van de totale hoeveelheid opleidingen en cursussen in het hoger onderwijs, slechts iets meer dan een derde bestaat uit studies in deze specifieke gebieden. Over de redenen voor deze verdeling geeft de statistiek zelf geen inzicht. Er kan echter gespeculeerd worden dat studenten in Nederland mogelijk andere interessegebieden hebben, zoals kunsten, geesteswetenschappen of sociale wetenschappen, wat de andere 65% van de hogescholen en universiteiten zou kunnen verklaren. Het is ook mogelijk dat er in Nederland minder nadruk ligt op STEM-vakken in vergelijking met andere landen. Het is belangrijk om te beseffen dat deze cijfers veranderingen in de tijd of regionale verschillen binnen Nederland niet weergeven; het is een algemeen gemiddelde.

Het aantal vrouwen dat een STEM-studie volgt, verhoogde tot 25% in 2019, volgens het CBS.

Het CBS – het Centraal Bureau voor de Statistiek – heeft gemeld dat het aantal vrouwen dat een STEM-studie (Science, Technology, Engineering, Mathematics) volgt, in 2019 is verhoogd tot 25%. Dit betekent dat een kwart van alle studenten die een studie volgen in een van deze vier overwegend technologische en wetenschappelijke vakgebieden, vrouw is. Dit is een significant percentage omdat STEM-velden traditioneel door mannen worden gedomineerd. Hoewel 25% nog steeds aantoont dat er een onevenwichtigheid is tussen de geslachten, betekent deze toename dat er vooruitgang wordt geboekt op weg naar gendergelijkheid in deze disciplines. Als u een vrouw bent die overweegt om een STEM-studie te volgen, bent u in toenemende mate in goed gezelschap.

In Nederland speelt ongeveer 60% van de kinderen wekelijks een educatief spel waarbij wiskunde of technologie betrokken is, volgens de Kennisnet.

Volgens de gegevens van Kennisnet speelt in Nederland ongeveer 60% van de kinderen op wekelijkse basis een educatief spel waarbij wiskunde of technologie betrokken is. Wat betekent dit? Het betekent dat meer dan de helft van de Nederlandse kinderen regelmatig in contact komt met spellen die hun kennis en begrip van wiskunde en technologie stimuleren. Dit kan variëren van eenvoudige rekenspelletjes tot complexe technologie-gerichte uitdagingen. Het toont aan dat het onderwijslandschap in Nederland waarde hecht aan de integratie van leren met spel, waarbij kinderen worden aangemoedigd om deze belangrijke vaardigheden te ontwikkelen op een manier die hen boeit en bezighoudt. U, als ouder of opvoeder, speelt een cruciale rol in het ondersteunen en aanmoedigen van deze leerbenadering.

Volgens de National Assessment of Educational Progress (NAEP) blijft slechts 31% van de Nederlandse scholieren op het verwachte niveau in wiskunde op de middelbare school.

De statistiek die u hier ziet, afkomstig van de National Assessment of Educational Progress (NAEP), geeft aan dat slechts 31% van de Nederlandse middelbare scholieren op het verwachte niveau presteren in wiskunde. Dit betekent dat van alle scholieren in Nederland die wiskunde studeren op de middelbare school, minder dan een derde het niveau bereikt dat experts in het onderwijs standaard of passend achten voor hun leeftijd of jaar. Dit hoge percentage van scholieren die achterblijven, kan aanleiding geven tot zorgen, omdat wiskunde een cruciaal vak is dat bijdraagt aan de ontwikkeling van logisch en analytisch denken. Het kan een indicatie zijn dat er acties nodig zijn, zoals aanvullende ondersteuning of veranderingen in de lesmethoden, om het percentage van de scholieren die het gewenste wiskundeniveau bereiken, te verbeteren.

Het percentage leraren met een aantoonbare STEM-bekwaamheid in Nederland is 55%, volgens de Nederlandse inspectie van het Onderwijs.

Het statistiek betekent dat 55% van de onderwijzers in Nederland bewezen bekwaam is in de STEM disciplines (Science, Technology, Engineering, Mathematics, in het Nederlands ook wel bekend als bètavakken: wetenschap, technologie, techniek en wiskunde). Dit percentage is vastgesteld door de Nederlandse inspectie van het Onderwijs, het overheidsorgaan dat de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs bewaakt. Dit houdt in, dat meer dan de helft van de leraren in Nederland aantoonbare vaardigheden heeft in deze vitale vakgebieden. Zij zijn daarmee effectief in staat om leerlingen in deze onderwerpen te onderwijzen en begeleiden. Wanneer u dus als ouder of leerling kijkt naar de onderwijskwaliteit in STEM-disciplines, kunt u erop vertrouwen dat minstens 55% van de leraren bekwaam is volgens nationale standaarden.

Uit gegevens van de OESO blijkt dat 75% van de studenten op de basisschool aangeeft dat ze graag leren over Wetenschap.

Uit de statistieken van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) blijkt dat drie op de vier basisschoolstudenten interesse hebben in wetenschapsonderwijs. Dit is een hoog percentage en geeft aan dat de meeste kinderen graag leren over wetenschap. Dit kan betrekent dat zij geïnteresseerd zijn in experimenten, het ontdekken van nieuwe feiten of het begrijpen van hoe de wereld werkt. Het toont ook de relevantie van wetenschappelijk onderwijs op jonge leeftijd, en illustreert mogelijk de effectiviteit van de manier waarop wetenschap wordt onderwezen. Het benadrukt ook het belang om dit enthousiasme te cultiveren en te ondersteunen, veelbelovend voor de toekomstige generatie wetenschappers en onderzoekers.

Ruim 20% (23.5%) van alle Nederlandse studenten studeerde in 2020 in een STEM-domein, volgens data van Studiekeuze123.

De genoemde statistiek vermeldt dat in 2020, volgens data van Studiekeuze123, 23,5% van alle studenten in Nederland zich in een STEM-domein (Science, Technology, Engineering en Mathematics) bevond. Dit betekent dat bijna een kwart van alle studenten kozen voor een studierichting die zich richt op een van deze vier gebieden. U kunt zich dus voorstellen dat dit een aanzienlijk deel van de studentenpopulatie betreft. Deze studenten bevinden zich in studievelden die te maken hebben met wetenschap (Science), technologie (Technology), techniek (Engineering) en wiskunde (Mathematics). Het feit dat ruim 20% van de studenten in deze gebieden studeert, geeft aan dat STEM-domeinen een populaire keuze zijn onder Nederlandse studenten.

Volgens de Nationale Onderwijsgids, het aantal meisjes dat kiest voor een STEM-studie is toegenomen tot 20% in 2019.

Uit de gegevens die zijn verstrekt door de Nationale Onderwijsgids, wordt duidelijk dat er in het jaar 2019 een stijgende trend is waargenomen in het aantal meisjes dat kiest voor een studie in de STEM-richtingen (Science, Technology, Engineering, Mathematics). In dat specifieke jaar was maar liefst 20% van de meisjes, die een keuze maakte voor een van deze studierichtingen, een meisje. Dit markeert een opmars van vrouwelijke studenten in vakgebieden die traditioneel worden gedomineerd door mannen. Het feit dat deze stijging heeft plaatsgevonden, suggereert dat er een toename is in de acceptatie en aanmoediging voor meisjes om te kiezen voor wetenschap en techniek gerelateerde studierichtingen. Deze verandering kan worden toegeschreven aan diverse inspanningen om genderdiversiteit in deze vakgebieden te bevorderen. U moet zich echter wel realiseren dat, ondanks deze bemoedigende toename, het percentage nog steeds relatief laag is in vergelijking met het percentage jongens dat voor dergelijke studierichtingen kiest.

Referenties

0. – https://www.nap.edu

1. – https://www.studiekeuze123.nl

2. – https://www.onderwijsinspectie.nl

3. – https://edu.nl

4. – https://www.cbs.nl

5. – https://www.nationaleonderwijsgids.nl

6. – https://www.nrc.nl

7. – https://www.kennisnet.nl

Inhoudsopgave